Moleninterieur Molen E Oudorp
Dit is een uniek project voor ons. De restauratie van een moleninterieur.
De Hollandsche Molen, Molens 97, februari 2010
Een oud interieur als nieuw
Tekst: Bart Slooten
Aan de Hoornsevaart tussen Oudorp en Alkmaar staan vier grote binnenkruiers. Tot 1941 waren ze met nog een vijfde molen in bedrijf als zogenaamde ‘strijkmolens’: ze maalden het water over een geringe hoogte van de Raaksmaatsboezem af op de Schermerboezem, waarna het via sluizen op zee werd geloosd. Door waterstaatkundige veranderingen kwam aan hun werkzaam leven een eind in genoemd jaar.
Strijkmolen A werd gedemonteerd en zou herbouwd worden in het Openluchtmuseum te Arnhem, maar ging verloren tijdens de hongerwinter ’44-‘45 in Arnhem. De andere molens werden door de provincie Noord-Holland overgenomen om als monument in stand te blijven. In stand houden werd toen anders geïnterpreteerd dan nu: het was al mooi als de molens uiterlijk fysiek in stand bleven. Er werd niet meer mee gedraaid, ze werden niet of nauwelijks verkruid en om het interieur bekommerde zich al helemaal niemand.
Iets dat nu qua monumentenbeleid niet meer kan, maar men moet alles in het licht van de tijd zien: de provincie komt de eer toe de molens behouden te hebben voor het nageslacht. Na de laatste molenaars werden de molens verhuurd aan particulieren: door de grote woningnood van na de oorlog was er best vraag naar. Het oude en veelal nog originele interieur van de molens werd langzaamaan aangepast aan de toenmalige eisen der tijd, zodat er uiteindelijk weinig meer aan de vroegere situatie herinnerde.
Weggetimmerd
Ook Strijkmolen E ontkwam niet aan de moderniseringsgolf, maar het bijzondere daarvan was, dat er eigenlijk heel weinig uitgehaald bleek te zijn: er was meer weggetimmerd dan gesloopt en wat er weg was gehaald, was nog keurig bewaard op zolder!
Toen de familie Schoenmaker na ruim een halve eeuw de molen verliet, zag de Molenstichting Alkmaar en Omstreken de potentiële waarde van het interieur gelukkig in en nam de terugkeer daarvan direct op in de restauratiesubsidieaanvrage.
Andreas de Vos maakte (voor het slopen) een tekening met de situatie zoals deze zou kunnen zijn geweest en nieuwe bouwsporen na het slopen gaven vrij exact aan hoe de situatie feitelijk was geweest. Geholpen hebben ook vier foto’s van het oude interieur.
Twee bedsteden waren nog aanwezig: de grote was vertimmerd douche/wc, met een deur in de achterwand, terwijl de deurtjes in de kamer gewoon waren blijven zitten, maar weggewerkt waren achter een schrootjeswand. De kleine bedstee had andere deuren gekregen, maar de originele lagen nog op zolder.
De zoldering van de benedenverdieping was gecamoufleerd door een schrootjesplafond en weghalen daarvan leverde een fraaie balkconstructie op die aan het uiterlijk te oordelen waarschijnlijk in de jaren ’20 van de vorige eeuw was vernieuwd.
Schepradmolen
Nader archiefonderzoek zal moeten uitwijzen of deze veronderstelling klopt. Het bijzondere aan de indeling van deze molen is, dat het grosso modo nog een schepradmoleninterieur betreft, terwijl in 1844 het scheprad al was vervangen door een horizontale vijzel. Deze is later weer door een normale, hellende vervangen. Het is waarschijnlijk zo gegaan, dat de experimentele vijzel in de (vermetselde) schepradwaterloop is geplaatst en om kosten te besparen de hellende vijzel op dezelfde plaats is ondergebracht. Dat zou kunnen verklaren waarom er weinig aan de interieurindeling was veranderd. Het houdt wel in dat de vijzel onder een hoek van 450 t.p.v. de waterlopen lag: een unieke situatie!
Hoe dan ook, het interieur heeft men grotendeels kunnen terugbrengen naar de situatie van voor 1941, ook qua kleurstelling.
De familie Witteman heeft er met soms assistentie van buitenaf getuige de foto’s iets heel speciaals en moois van gemaakt, zowel qua timmer-, schilder- en smeedwerk. Wie meer wil zien, bekijke www.johanwitteman.nl (knop Projecten) en kan behalve van het interieur van Molen E van veel meer ambachtelijk moois genieten.